Een paar opstandige woorden ter relativering van verdriet
Deze week hebben we Dineke begraven. Een vrouw met een
onbeschrijfelijk groot hart die altijd klaar stond voor een ander. Uiteindelijk
is zij nog lang overeind gebleven en tot op het laatst vol humor. Ze kreeg voor
de 3e keer kanker en uiteindelijk werd dat haar fataal. Een vrouw
die het leven omarmde en liefhad, terwijl wij haar liefhadden.
Ik geloof-net als Dineke-niet in hemel, hel en
verdoemenis. Maar ze verdient het wel om nu in het paradijs te bridgen met haar
vrienden, ondertussen genietend van een goed glas wijn. Gedichten voor te
dragen aan wie zij liefhad en die haar naar dat paradijs onder de appelbomen
waren voorgegaan.
Misplaatst
positief
Los van het verdriet dat mijn wereld nu kleurt, begrijp
ik het positivisme rond kanker niet. Het wordt steeds opdringeriger en stroomt dagelijks
als een waterval van foute woorden en plaatjes mijn computer binnen. Slecht
gekozen namen van instanties, titels van bijeenkomsten, beleidsnota’s en voorlichtingsmateriaal.
Kanker moet daarin de kleur krijgen van een incontinentieprobleem na een zware
bevalling. Lastig, maar heel goed mee te leven, te lachen en te fietsen. De
baby als hoofdprijs en grote troost. Niet te hard lachen trouwens, want dan
plas je in je broek.
Verdrietig of boos zijn om kanker is tegenwoordig
helemaal je eigen keus, want je kunt die kankerstinkzwam ook zien als een
verrijking van je leven en een kans tot verdieping van je relaties, bladibla en
kul maar door.
Kanker is kut!
Beter kan ik het niet omschrijven
Verdriet kun je tijdelijk weglachen en wegschrijven, daar
ben ik overigens erg goed in. Maar dat hele kankerbeest is verschrikkelijk. En
dus blijf ik ageren tegen een naam van een kankerpatiëntenkoepel die zichzelf “leven-met-kanker”
noemt. Rot op, ik wil niet leven MET kanker, ik wil leven ZONDER kanker. En ik
wil niet naar een bijeenkomst “Lekker in je vel bij kanker”, ik wil naar een
bijeenkomst “helaas moet u verder met die kanker, hier zijn wat
voorlichtingstips”. Trouwens, ik wil ook niet “co-creëren” als gezondheidsvoorlichter
en bestuurslid van de NET-groep, ik wil wel “samenwerken”. En nee, “ik laat me
ook niet inspireren door hun focus”. Ik zou niet eens weten hoe dat moet, want
volgens mij is het taalkundig al niet mogelijk, laat staan in de uitvoering.
Allemaal holle woorden die geen inhoud hebben maar schijnbaar lekker bekken als
het gaat om kanker.
Leven met kanker…
Als je kanker hebt word je gedwongen na te denken hoe je
verder moet en als een dierbare kanker heeft idem dito. Maar van geen enkele patiënt
of naaste heb ik ooit gehoord: “TOP we gaan leven met kanker!” Nee, het eerste
streven is, hoe kom ik er van af? Hoe raak ik die kanker kwijt, al is het maar
tijdelijk. Maar leven MET kanker dat wil geen hond. “Leven met kanker” is een
opgedrongen feit.
Bij een deel van de patiënten en naasten volgt na een
tijd een houding die je berusting of acceptatie kunt noemen. Puur vanwege het
feit dat er geen einde aan de kanker komt en dat men het einde van het leven
daarom noodgedwongen moet accepteren. Maar bij geen enkele patiënt of naaste heb
ik die ‘acceptatie’ al in de eerste weken na de diagnose beluisterd. Integendeel,
het is juist in die eerste periode na de diagnose voor patiënten en naasten een
innerlijk gevecht om overeind te blijven, je te storten in het
behandelingsgeweld en door te gaan met een veranderd levensperspectief. Je hele
wereld vol dromen en doelen is overhoop getrokken. De draad is gebroken, en je
moet weer leren om geestelijk de touwtjes aan elkaar te knopen. Bij dat
rouwproces hoort weerstand, boosheid, zwartgallige humor en verdriet.
En ja, de meeste mensen pakken ‘ergens’ na de diagnose die
draad weer op ondanks de kanker, de behandelingen en het veranderd
levensperspectief. Maar dring het niet op. Heb respect voor de weerstand, de
boosheid en het verlies en vooral het eigen tempo waarin men deze hobbels neemt.
Dwing mensen niet om deelnemer te worden van die grote blije “leven-met-kanker
beweging” met lachende patiënten, echtparen en gezinnen op folders en websites.
Als je kotsend van de chemobehandeling of verrekkend van de operatiepijn naar
zo’n kutplaatje moet kijken word je echt niet blij. Dan voel je alleen maar afstand
tot de informatie die in de folder staat.
Tamponreclames
Als ik dit soort blij gebekte websitefoto’s en kankerfolders
zie, dan moet ik altijd denken aan die tamponreclame van OB vroeger: “u kunt er
mee lopen, fietsen en zwemmen!”
En nu hebben we er een regel achteraan: Kanker… u kunt er
mee leven, ook als u er dood aan gaat!
Dag Dineke
Wat hebben we samen gelachen om dit soort idiotie van mensen
en instanties die volkomen de plank mis slaan. We noemden elkaar ‘lekker kankerwijf’
want we wisten beiden hoe kanker voelt. Het stond in geen enkele folder,
beleidsnota of voorlichtingsfilm dat je elkaar ‘kankerwijf’ mag noemen, maar
provoceren was één van onze manier om er mee om te gaan. De naam van onze kankerpatiënten
beweging kon zijn: ‘kanker bestaat en dat is mooi kut”.
Je hebt ondanks je ziekte elke minuut uitgebuit; lachend,
soms huilend, maar vooral met een grote grijns en veel wijsheid. Niks ‘leven
met kanker’… van kanker ga je meestal nog dood, jij dus ook. Ik mis je nu al, om
samen te lachen over deze opstandige woorden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten